GESCHILLENREGELING BRANCHEVERENIGING MEDEZEGGENSCHAP

Definities

Artikel 1

Commissie                 : Geschillencommissie Branchevereniging Medezeggenschap.

Klacht                        : De schriftelijke klacht van een klager.

Klager                        : De natuurlijke persoon of de rechtspersoon die

  • een contract heeft gesloten met een opleidingsinstituut dat is aangesloten bij de Branchevereniging medezeggenschap.
  • of een opleidingsinstituut aangesloten bij de BVMZ,

die / dat een klacht met betrekking tot de BVMZ-Gedragscode wil indienen over een BVMZ-bureau of een persoon die onder diens verantwoordelijkheid een opdracht uitvoert/heeft uitgevoerd.

BVMZ-bureau             : Een bureau dat lid is van de Branchevereniging Medezeggenschap

 

Secretariaat                : Het secretariaat van de Branchevereniging Medezeggenschap.

 

Geschillencommissie

Artikel 2

  1. De Commissie bestaat uit twee onafhankelijke personen benoemd door het bestuur van de Branchevereniging Medezeggenschap, die bekend zijn met de professionele dienstverlening van de Branchevereniging medezeggenschap en een derde persoon, gekozen door de eerdergenoemde twee personen. Zij kiezen uit hun midden een voorzitter. De ambtelijk secretaris van de Branchevereniging medezeggenschap is secretaris van de Commissie.
  2. De leden van de Commissie worden benoemd voor de periode van 2 jaar en zijn maximaal éénmaal herbenoembaar.
  3. De Commissie stelt zelf een rooster van aftreden vast.
  4. De Commissie heeft tot taak het doen van een bindende uitspraak over een schriftelijk ingediende klacht van een klager.

Bevoegdheid/ ontvankelijkheid

Artikel 3

  1. De Commissie is slechts bevoegd een aanhangig gemaakt geschil in behandeling te nemen, indien de klager zijn klacht eerst in behandeling heeft gegeven bij het betrokken BVMZ-bureau en waarbij niet tot een bevredigende oplossing is gekomen.
  2. De Commissie verklaart zich op verzoek van het betrokken BVMZ-bureau onbevoegd een door de klager aanhangig gemaakt geschil te behandelen, indien het BVMZ-bureau aan de klager schriftelijk een termijn van vier weken heeft gegeven om het geschil aan de Commissie voor te leggen, doch de klager hiervan binnen deze termijn geen gebruik heeft gemaakt. Dit Iaat onverlet de mogelijkheid voor de klager om zich tot de gewone rechter te wenden.

Artikel 4

  1. Een klacht wordt door de Commissie slechts in behandeling genomen, indien de klager zijn klacht overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van dit reglement aan het BVMZ-bureau en vervolgens aan de Commissie heeft voorgelegd.
  2. Indien tijdens de behandeling van een klacht blijkt dat het geschil niet door of niet jegens de juiste partij aanhangig is gemaakt, verklaart de Commissie degene die de klacht aanhangig heeft gemaakt niet ontvankelijk. In het laatste geval kan de klacht door de klager, zonder dat dit opnieuw voor hem/haar opnieuw kosten met zich meebrengt, opnieuw aanhangig worden gemaakt, mits niet later dan twee weken na verzending van de uitspraak, inhoudende de niet-ontvankelijkverklaring.
  3. Degene die een geschil aanhangig maakt moet ter dekking van administratieve kosten een bedrag betalen bij de Branchevereniging medezeggenschap. Eerst na ontvangst van dit bedrag start de Commissie haar werkzaamheden. Indien de klager in het gelijk wordt gesteld wordt de helft van het bedrag gerestitueerd.
  4. Indien de klager de betaling van een training/opleiding waarop een klacht betrekking heeft geheel of gedeeltelijk achterwege heeft gelaten, kan de Commissie op verzoek van de gedaagde verlangen dat de klager een bedrag van ten hoogste gelijk aan het nog openstaande factuurbedrag bij de Commissie deponeert, tenzij partijen anderszins overeenkomen. Over dit bedrag wordt geen rente vergoed.

De behandeling van klachten

Artikel 5

  1. De Commissie stelt de wederpartij van degene die de klacht aanhangig heeft gemaakt schriftelijk in kennis van het in behandeling nemen van de klacht onder toezending van een afschrift hiervan, waarna de wederpartij gedurende twee weken in de gelegenheid is de Commissie schriftelijk zijn standpunt ter zake van het geschil te doen toekomen. De Commissie kan de termijn van twee weken eenmaal verlengen met een periode van twee weken.
  2. Het in het eerste lid bedoelde standpunt wordt door de Commissie in afschrift aan de andere partij toegezonden, die daarop binnen twee weken schriftelijk een weerwoord bij de Commissie kan indienen. Een afschrift daarvan wordt aan de wederpartij toegezonden, die in de gelegenheid wordt gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk te reageren. De Commissie kan de termijn van twee weken eenmaal verlengen met een periode van twee weken.
  3. Partijen kunnen verklaringen van getuigen of deskundigen overleggen gelijktijdig met de door hen ingediende stukken. Ook hiervan wordt door de Commissie een afschrift aan de wederpartij verstrekt.

Artikel 6

  1. De klachten worden door de Commissie schriftelijk behandeld, tenzij de Commissie een mondelinge behandeling gewenst acht. Partijen kunnen in dat geval in de gelegenheid worden gesteld gehoord te worden bij een verdere mondelinge behandeling.
  2. Partijen hebben het recht zich bij de behandeling van een klacht door derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen.
  3. De Commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en te doen horen, mits de namen en adressen uiterlijk een week voor de zitting van de Commissie aan haar zijn opgegeven.

Artikel 7

De Commissie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, ondermeer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door een door haar aan te wijzen deskundige.

De Commissie geeft van het horen van getuigen of deskundigen alsmede van het instellen van een onderzoek kennis aan partijen.

 

Uitspraak

Artikel 8

  1. De Commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarop van toepassing verklaarde voorwaarden. De Commissie beslist met unanimiteit van stemmen. De uitspraak wordt schriftelijk aan de partijen medegedeeld en door de voorzitter ondertekend.
  2. De uitspraak bevat, naast de beslissing, in elk geval:
    – de namen van de leden van de Commissie;
    – de namen en woonplaatsen van partijen;
    – de dagtekening van de uitspraak;
    – de gronden voor de gegeven beslissing.

Artikel 9

  1. De Commissie kan uitspraak doen over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen, het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van een klacht, alsmede ieder andere uitspraak doen, die zij redelijk en billijk acht.
  2. Indien de Commissie uitspraak in het geschil kan doen, heeft zij de bevoegdheid om de volgende tuchtrechtelijke maatregelen op te leggen:
    • een waarschuwing;
    • een berisping;
    • een boete;
    • een schorsing van ten hoogste zes maanden als lid van de Branchevereniging medezeggenschap, eventueel onder het verbod om tijdens de schorsing op enigerlei wijze te vermelden, dat men lid is van de vereniging;
    • de voordracht tot opzegging namens de Branchevereniging medezeggenschap van het lidmaatschap aan het bestuur;
    • de openbaarmaking van een der bovengenoemde maatregelen op een door de bevoegde instantie te bepalen wijze.
  3. De uitspraken van de Commissie zijn voor de partijen bindend.

 

Artikel 10

Indien de partijen bij de mondelinge behandeling ter zitting tot een minnelijke schikking komen, kan de Commissie desgevraagd de inhoud daarvan vastleggen.

Artikel 11

De door de partijen ter zake van de behandeling van een klacht gemaakte kosten komen voor hun eigen rekening, tenzij de Commissie in bijzondere gevallen anders bepaalt. In een zodanig geval komen voor vergoeding, door de in het ongelijk gestelde partij, slechts in aanmerking de door de wederpartij naar het oordeel van de Commissie in redelijkheid gemaakte kosten.

Geheimhouding

Artikel 12

De leden van de Commissie zijn geheimhouding verplicht ten aanzien van alle partijen betreffende gegevens die hen bij de behandeling van het geschil ter kennis zijn gekomen.

Slotbepaling

Artikel 13

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Commissie, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.

Vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van de Branchevereniging Medezeggenschap
d.d. 14-10-2014